AC luxatie
WAT IS AC LUXATIE?
Het AC gewricht is het gewricht tussen acromion (schouderdak, deel van schouderblad) en het sleutelbeen (clavicula). De gewrichtsuiteinden zijn bedekt met kraakbeen en ertussen bevindt zich een soort meniscus (kraakbeen schijfje).
Beide beenderige uitsteeksels zijn sterk met elkaar verbonden door een stevig kapsel (acromio-claviculaire ligamenten). Het sleutelbeen is bijkomend gestabiliseerd door 2 gewrichtsbanden vooraan tussen processus coracoideus (voorste uitsteeksel van schouderblad) en het sleutelbeen (trapezoid ligament en coronoid ligament).
Door een val op de schouder of een val op een uitgestrekte arm kan er een ontwrichting ontstaan van het AC gewricht. Doordat de gewrichtsbanden scheuren, kan het sleutelbeen zich naar boven verplaatsen en vormt er zich een trapstand aan het uiteinde van het sleutelbeen.
Men onderscheidt een zestal types van luxaties, volgens de ernst van de letsels
-
Graad 1 : kneuzing / verrekking van het AC-gewricht zonder echte ligamentaire scheuren.
-
Graad 2 : Scheur van het kapsel rond het AC-gewricht.
-
Graad 3 : Tevens scheur van twee andere gewrichtsbanden (conoid en trapezoïd ligament)
-
Graad 4 : Het sleutelbeen perforeert ook de spieren, die deels zijn afgescheurd.
-
Graad 5 : Idem, met grote verplaatsing en belangrijke afscheuring van de spieren
-
Graad 6 : Idem, maar met verplaatsing van het sleutelbeen naar onder.
HOE STELLEN WE DE DIAGNOSE?
De diagnose is in eerste instantie een klinische diagnose waarbij er trapstand is ter hoogte van de bovenzijde van de schouder. Als de arts drukt op het uiteinde van het sleutelbeen kan dit naar beneden geduwd worden, wanneer het sleutelbeen weer wordt losgelaten, komt het uiteinde onmiddellijk terug naar boven schieten (piano toets teken).
Afhankelijk van de ernst en klinische duidelijkheid kan aanvullend een radiografie met echografie of scan genomen worden om de diagnose te bevestigen. Een radiografie toont de graad van de ontwrichting en/of eventuele breuken. In zeldzame gevallen is er bijkomend noodzaak tot echografie of CT scan.
WAT IS DE OORZAAK?
De oorzaak is steeds een trauma, het betreft een val met rechtstreekse impact op de schouder.
WAT ZIJN DE BEHANDELINGS-MOGELIJKHEDEN?
De behandelwijze hangt af van de graad van verplaatsing van het sleutelbeen en het al dan niet operatieve beleid is gebaseerd op de classificatie van luxatie (zie boven). Alle graad 1 en graad 2 letsels en sommige graad 3 letsels worden op een niet operatieve manier behandeld.
-
Ontstekingsremmers + ijs
Ontstekingsremmers en pijnstillende medicatie gecombineerd met frequent ijs behandeling kunnen de pijnklachten onderdrukken en de ontsteking laten verdwijnen.
-
Rust
Vermijden van de handelingen die pijn uitlokken en vermijden van zware belasting: geen zware lasten tillen boven het hoofd. Dit dient minstens 6 weken te worden aangehouden.
Een schouderverband gedurende 3 weken kan comfort bieden en pijnstillend werken.
Sommige graad 3 letsels en bijna alle graad 4,5 en 6 letsels worden operatief behandeld.
-
Operatie
Het sleutelbeen wordt operatief terug op de juiste hoogte gezet en ter plaatse gehouden met pinnen, draden, schroeven, hoekplaten, pees, …
Meestal opteren wij voor recente ontwrichtingen voor het gebruik van een tight rope. Dit is een dikke koord die gespannen wordt tussen het sleutelbeen en het coracoid uitsteeksel en opgespannen wordt op twee knopen. Dit brengt het sleutelbeen terug op de correcte hoogte en geeft de beschadigde ligamenten de kans om te herstellen op de juiste lengte. Indien het kraakbeen van het gewricht bijkomend beschadigd is, wordt het uiteinde van sleutelbeen ook verwijderd (AC resectie).
Bij laattijdige detectie en chronische letsels gebruiken we bijkomend een eigen pees om het sleutelbeen te stabiliseren.
De ingreep gebeurt onder korte algemene narcose in combinatie met een lokale verdoving (interscaleen blok).
Na de ingreep verblijft u 1 nacht in het ziekenhuis.
FREQUENT GESTELDE VRAGEN
-
Wat kan ik verwachten na de operatie?
U krijgt na de ingreep een schouderverband om de arm te laten rusten. Dit verband dient ter uwer comfort en mag meermaals per dag uitgelaten worden om de elleboog, hand en vingers te bewegen.
Verder zal u een incisie aan de voorkant van de schouder die steriel verzorgd dient te worden. Het initiële verband dient om het wondvocht te absorberen en lichte druk uit te oefenen op de wonde.
Voor uw ontslag wordt dit verband vervangen door een afdekkende pleister. Hou de wondjes proper en droog tot de (lusjes van de) hechtingen eruit gaan. Douchen is toegestaan met een douche pleister ( Opsite, Tegaderm, ..). De hechtingen kunnen na 14 dagen verwijderd worden door de thuisverpleging of uw huisarts.
-
Hoe verloopt de revalidatie?
De revalidatie en eerste oefeningen worden reeds in het ziekenhuis aangeleerd.
Om een frozen shoulder te voorkomen wordt snel met oefentherapie en/of kinesitherapie gestart.
Er wordt bijkomend een schema meegegeven om kinesitherapie te starten in de thuissituatie.
Gedurende de eerste 3 weken moet gebruik gemaakt worden van een draagverband ter controle van pijn en zwelling. Op deze wijze krijgen ook de ligamenten de beste kans om te helen. Nadien streven we ernaar de arm zo snel als mogelijk binnen de pijngrens te gebruiken zonder verband. De eerste 6 weken mag er absoluut geen zware belasting zijn en beweegt u de arm enkel onder de denkbeeldige horizontale lijn (schouderniveau). U probeert wel alle krachtinspanningen te beperken gedurende de eerste 3 maanden.
-
Wanneer kan ik werken?
De arbeidsongeschiktheid ligt tussen 3 weken en 4 maanden en is afhankelijk van de inhoud van de job. Bespreek dit voor de ingreep met uw arts.
-
Wanneer kan ik autorijden?
U mag beginnen autorijden wanneer u zelf voelt dat u gemakkelijk kan sturen met beide handen zonder enig probleem. Hiervoor zou u uw arm comfortabel boven schouderniveau moeten kunnen heffen. Voor de meeste mensen is dit ongeveer vier à zes weken na de ingreep.
-
Wanneer mag ik weer sporten?
Lopen en fietsen is toegestaan vanaf 3 weken als de eerste pijn en zwelling verdwenen zijn. Hervatten van andere sporten is individueel verschillend en sterk sportspecifiek. Dit kan besproken worden met uw behandeld arts.
-
Wat zijn de risico’s?
Zoals bij elke chirurgische ingreep zijn mogelijke complicaties zwellingen/nabloeding in het operatiegebied, wondproblemen, overgevoeligheid van het litteken en infectie.
Specifiek gerelateerd aan deze ingreep kunnen complicaties optreden zoals blijvende pijnklachten, esthetisch blijvende hoogstand van sleutelbeen, een lichte mate van krachtverlies, loslating van de fixatie van het gebruikte materiaal of pees. Het infectierisico wordt gereduceerd door toediening van antibioticum tijdens de ingreep, maar is nooit onbestaande. Ook schade aan bloedvaten of zenuwen zijn theoretische complicaties maar in werkelijkheid zo goed als onbestaande.
-
Wanneer neem ik vroeger contact op?
Bij toegenomen wonddrainage, zwelling/roodheid van de hand gepaard met pijn of koorts > 38,5°C zijn redenen om vroeger een consultatie aan te vragen of u aan te bieden op de spoedopname.